Boven het Schützenplatz (Rheinhöhenweg) in Oberlahnstein leidt vandaag de dag een voetpad naar het ereteken voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. Het op grote afstand zichtbare kruis werd op een bergtop onder de nationaal-socialisten in de stijl van die tijd gepland en uitgevoerd. Typisch voor die tijd was de aanleg van een opmarsplein (26x16 meter) en de toevoeging van de heerschappijssymbolen van het nationaal-socialisme. Beide werden gerealiseerd met „Adler“ en „Flammenschale“. In de tweejarige bouwfase van de eerste spade in de grond tot de inwijding werden „17.500 cm³ grond- en gesteentemassa's verwerkt, 932 cm³ metselwerk van breukstenen gebouwd en 108 cm³ gewapend beton tot draagbare fundamenten gestampt“, zo staat in de documenten. Op de zeven gietijzeren platen staan de namen van 194 gesneuvelde of vermiste soldaten van de Eerste Wereldoorlog 1914/18. Aan de torenachtige Rijnfront werd het 19,80 m hoge ijzeren kruis opgericht.

De wijding vond plaats op 23.06.1935.
Na de Tweede Wereldoorlog verloor het ereteken op de Martinsberg aan betekenis. Het hakenkruis werd op besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uit het staatswapen van het Derde Rijk verwijderd. De openbare herdenking op de Volkstrauertagen concentreert zich sindsdien op de begraafplaatsen, waar naast de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog ook die van de Tweede Wereldoorlog, inclusief de bij de oorlogshandelingen in Lahnstein omgekomen burgers, zijn begraven en er erebegraafplaatsen zijn aangelegd.