Gedenktafel in Langstraße
Stadtmauer 26, 55422 Bacharach
Al in de eerste helft van de 12e eeuw woonden er joden in de stad. Sinds de 13e eeuw kwam het tot vervolgingen en pogroms. Als gevolg van de vermeende rituele moord op de jongen Werner in 1283 werden 26 joden in de stad vermoord. Meer joden vluchtten uit de stad en keerden pas later terug. Rond 1316 kunnen weer joodse inwoners in de stad worden aangetoond. Tijdens de jodenvervolgingen in de zomer van 1337 en tijdens de pestperiode van 1348/49 werd opnieuw het joodse leven in de stad uitgewist. Tot de vervolging van de joden uit de Kurpfalz in 1390 worden verschillende joden in de stad genoemd die uit andere steden waren gekomen. De oprichting van een joodse gemeente in Bacharach vond plaats in de jaren 1860. Toen maakten ook de in Niederheimbach en Oberheimbach wonende joodse personen deel uit van de gemeente. Van de in Bacharach geboren en/of langere tijd ter plaatse wonende joodse personen zijn in de nazi-tijd 17 personen omgekomen, in Niederheimbach acht personen. Ter nagedachtenis aan de vermoorde joden werden in de Langstraße 43 en 25 en de Bauerstraße 5 en Oberstraße 3 "Stolpersteine" aangelegd. Een andere gedenktafel is aangebracht in de Untergasse 26. De Israelitische broederzaal van Bacharach beheerde onder andere de joodse begraafplaats in Kaub, die tot het midden van de 19e eeuw werd gebruikt. Daarna werden er joodse begraafplaatsen in Oberheimbach en in Bacharach ingericht.



