Ze trekt zich terug van de Rijn langs de Leimbach in de zijvallei. Met een hellingsgraad van 65 tot 70 procent is het een typische steile heuvel. De uit de 14e eeuw stammende naam "hayn" verwees naar percelen die met een levende haag of haagbeuken omheind waren. De donkere verweringsbodems van Devonische leisteen warmen gemakkelijk op en geven in de zomer hun warmte 's avonds en 's nachts weer af aan de wijnstokken. Op deze manier verlengen de bodems de dagelijkse rijpingsfase. De terroir-eenheid van het oostelijke deel van de wijnlocatie aan de Rijn levert bijzonder filigrane, elegante Rieslings op met uitgesproken perzikfruit. De wijngids Mittelrhein classificeert dit oostelijke deel van de wijnlocatie als een toplocatie met het hoogste potentieel.